De printer repareren

Wanneer u de printer vervoert omdat deze moet worden gerepareerd, volgt u de onderstaande procedure om de printer voor te bereiden.

Belangrijk

• Wanneer u de printer vervoert, moet u het volgende vermijden.

  • U kunt geen inkt uit inkttanks halen.

  • Kantel de printer niet. Er kan inkt lekken.

  • Ga voorzichtig te werk en zorg dat u de doos horizontaal houdt en NIET ondersteboven of op zijn kant zet, aangezien in dat geval de printer kan beschadigen en inkt in de printer kan lekken.

  • Pak de printer in een stevige doos in en zorg dat de printer rechtop staat (de onderzijde bevindt zich aan de onderkant). Gebruik voldoende beschermend materiaal om een veilig transport te garanderen.

  • Verwijder de cartridge niet. Er kan inkt lekken.

  • Wanneer u de printer vervoert, raden we aan de printer in een plastic zak te stoppen, zodat er geen inkt lekt.

  • Wanneer u de printer opstuurt via een verzendbedrijf, vermeldt u de tekst 'DEZE ZIJDE BOVEN' op de doos om te zorgen dat de printer met de onderzijde omlaag wordt gehouden. Vermeld ook de tekst 'BREEKBAAR' of 'VOORZICHTIG' op de doos.

1. Zorg dat de printer is ingeschakeld.

   Als de printer niet kan worden ingeschakeld, koppelt u deze los en gaat u naar stap 4.

2. Als er een fout is opgetreden, drukt u op de knop OK.

   Nadat het Alarm-lampje uitgaat, gaat u naar stap 3.

   Als de fout niet is opgelost, drukt u op de knop AAN (ON) om de printer uit te zetten en koppelt u deze los. Als de printer niet kan worden uitgeschakeld, koppelt u deze los. Ga naar stap 4.

   Belangrijk

   • Als u het netsnoer loskoppelt, gaan de instellingen voor datum en tijd en alle documenten in het printergeheugen verloren. Verzend het benodigde document of dit deze af voordat u de stekker uit het stopcontact haalt.

3. Stel de printer in op de transportmodus.

   1. Druk op de knop Instellingen (Setup), gebruik de knop om Onderhoud (Maintenance) te selecteren en druk daarna op de knop OK.

      • LCD en bedieningspaneel

   2. Gebruik de knop om Transp.pomp vergrend. (Lock transport pump) te selecteren en druk daarna op de knop OK.

      

   3. Gebruik de knop om AAN (ON) te selecteren en druk daarna op de knop OK.

      De printer wordt ingesteld op de transportmodus en wordt uitgeschakeld.

   4. Controleer of het AAN (ON)-lampje uit is en haal de stekker uit het stopcontact.

      Belangrijk

      • Als het AAN (ON)-lampje van de printer brandt of knippert, mag u de stekker niet uit het stopcontact halen. Dit kan namelijk storingen of schade aan de printer veroorzaken waardoor u niet meer met de printer kunt afdrukken.

4. Zorg dat de cartridgehouder helemaal naar rechts is verplaatst.

   Als de cartridgehouder niet naar rechts is verplaatst, verplaatst u deze helemaal naar rechts.

   

5. Zorg dat de tankkapjes correct zijn gesloten.

   

6. Trek de papieruitvoerlade en het verlengstuk van de uitvoerlade uit en sluit vervolgens de papiersteun en de documentlade.

7. Koppel de printerkabel los van de computer en de printer en haal vervolgens de stekker van de printer uit het stopcontact.

8. Zet met plakband alle kleppen van de printer vast, zodat deze tijdens het vervoer niet kunnen opengaan. Verpak de printer vervolgens in de plastic zak.

   

9. Bevestig het beschermende materiaal aan de printer wanneer u de printer in de doos plaatst.